Keuringspsycholoog blijft flessenhals
Vrijdag 10 januari kwam NRC met het bericht dat Amsterdam UMC de deur dicht doet voor nieuwe patiënten: registreer gerust, maar verwacht de komende jaren geen oproep. Amsterdam UMC en Transvisie nuanceerden dit bericht, maar Principle 17 wijst op de oorzaak en geeft alternatieven.
Al decennia lang staat de transzorg onder druk. Voorheen beperkten de psychiatrisering en medicalisering het aantal trans en genderdiverse mensen, die medische ondersteuning zochten bij hun genderincongruentie. Maar sinds het vervallen van de sterilisatie-eis in 2014 zijn de wachttijden voor een intake nog verder opgelopen. De wachttijden voor genderzorg zijn schrikbarend: bij Amsterdam UMC, het grootste genderteam, is de wachttijd per 1 januari 2025 “minstens” 4 jaar en 5 maanden voor een intake. Bij het Radboud UMC in Nijmegen is de wachttijd op 13 januari 2025 “ongeveer 3 jaar”. Na de intake kom je op een wachtlijst voor gesprekken met een psycholoog: nog 1 jaar en 7 maanden wachten in Amsterdam. Nijmegen geeft hierover geen informatie. Dat maakt zes jaar voor je kunt beginnen.
Indicatiestelling
Volgens Principle 17 ligt de kern van het probleem bij hoe de transzorg in Nederland nog altijd is georganiseerd. Belangenbehartiger Trans Europe (TGEU) en beroepsorganisatie World Professional Association for Transgender Health (WPATH) zijn duidelijk: ieder mens heeft recht op goede genderbevestigende zorg. De Wereldgezondheidsorganisatie WHO stelt nadrukkelijk dat trans zorgvragers niet gekker zijn dan cisgender zorgvragers. Toch blijft de Nederlandse zorg stug vasthouden aan een uitgebreide psychiatrische indicatiestelling. Daarmee zijn trans zorgvragers de enige patiëntengroep in Nederland die een psychiatrische diagnose nodig heeft om lichamelijke zorg te kunnen krijgen.
Tegen deze gang van zaken zijn principiële en praktische bezwaren. Belangrijk principieel bezwaar is het feit dat transgender-zijn door het Nederlandse zorgprotocol wordt beschouwd als een psychiatrische aandoening. Een praktisch bezwaar is dat deze praktijk zelf de oorzaak is van de enorme achterstanden in de transzorg.
Stigmatiserend
Dat veronderstellen dat er geestelijk iets mis is aan trans-zijn (psychopathologisering) is natuurlijk onzin. De situatie is vergelijkbaar met homoseksualiteit: daarvan dacht men lange tijd ook – onterecht – dat het een psychiatrische ziekte zou zijn. Niet voor niets heeft de WHO de diagnose ‘genderincongruentie’ uit het psychiatrische afdeling van de ICD verwijderd. De Nederlandse zorg zou er goed aan doen deze trend te volgen: voor lichamelijke zorg gebruik je de ICD, en niet de psychiatrische DSM!
Dit zou het hele probleem van de transzorg in één keer oplossen: trans personen krijgen niet langer een stigmatiserende psychiatrische diagnose, alle overbodige keuringspyschologen kunnen gaan doen waar ze voor opgeleid zijn: daadwerkelijke zorg verlenen aan trans en genderdiverse mensen. Stoppen met deze opgelegde indicatiestelling voorkomt veel onnodige zorgkosten, en de wachttijden worden voor genderbevestigende zorg in één klap 3 tot 4 jaar korter! Dat betekent niet dat wie het proces gebruikt om meer helderheid over zichzelf te krijgen dan nergens meer heen kan; dat is gewoon zorg.
Nieuw: triage
Goed nieuws: in 2023 is een motie aangenomen om de toegang tot transzorg te versnellen met behulp van triage. Dit betekent dat een trans zorgvrager in een eerste gesprek met een arts of verpleegkundige duidelijk maakt wat hun zorgbehoefte is. De arts of verpleegkundige kan het overgrote deel na het gesprek meteen doorsturen naar een endocrinoloog. Trans zorgvragers die vragen hebben of (nog) niet goed weten wat ze willen, kunnen zelf een genderpyscholoog opzoeken. Overigens spelen zelfhulpgroepen daar ook een belangrijke rol bij, ook nu al.
Deze ‘triage’ is een eerste stap naar het model voor transzorg dat Principle 17 al jarenlang promoot: eenvoudig waar het kan, gespecialiseerd waar het nodig is. Kortom, doe een intake met een verpleegkundige of arts om te bespreken wat de trans zorgvrager wil. Huisartsen kunnen de hormoonzorg doen, maar voor chirurgie zijn specialisten nodig.
Advies: meer samenwerken
In 2023 kwam een werkgroep van adviesorganisatie KPMG, in opdracht van het ministerie van VWS, tot de conclusie dat de transzorg meer gecoördineerd moet gaan werken. Veel transzorg kan eenvoudig naar de nulde- en eerstelijnszorg. De praktijk is helaas dat alle aandacht gaat naar het opzetten van meer klinieken, die op huidige manier blijven doorwerken. Dit werkt de huidige lange wachttijden juist in de hand en maakt de transzorg onnodig duur.
Net als de Tweede Kamer en de KPMG ziet Principle 17 meer heil in andere oplossingen. In oplossingen die recht doen aan de noden en de rechten van trans zorgvragers. Beoordeel trans zorgvragers via triage en dring daarmee de doorlooptijd van transzorg sterk terug. Zet in op brede bijscholing van de eerstelijnszorg, zodat huisartsen die bereid zijn, zich ook in staat voelen om zorg te verlenen. En schaf de keuringspsycholoog als poortwachter van transzorg af. Die is een archaïsche sta-in-de-weg voor betere, snellere en goedkopere transzorg.
Geef een reactie