Waarom Van Dale ‘transitiespijt’ niet had mogen nomineren

Waarom Van Dale ‘transitiespijt’ niet had mogen nomineren

Het komt heel soms voor dat een transgender persoon spijt krijgt van een medische behandeling en daarom is het goed dat we hier een woord voor hebben. Zonder woorden kun je immers niet over je ervaringen praten. Maar met de nominatie van het woord ‘transitiespijt’ heeft Van Dale zich laten lenen voor een politiek statement.

Er is namelijk wereldwijd, en ook in Nederland, een lobby vanuit de anti-rechtenbeweging gaande, die disproportionele nadruk legt op ‘transitiespijt’. Die grijpt de minder dan 1% (!) personen met spijt aan om de toegang tot transitiezorg (verder) in te perken. De toeëigening vanuit deze beweging zorgt ervoor dat het woord geen goede representatie meer kan zijn voor de oorspronkelijke betekenis. Hierdoor is het woord niet meer bruikbaar voor mensen die worstelen met hun gevoelens na een medische behandeling. Zodoende hebben deze mensen geen woorden meer waarmee ze zich kunnen uitdrukken of waarin ze hun gevoelens kunnen herkennen.

Externe redenen

Belangrijk feit: het hele kleine aantal mensen dat spijt krijgt van een medische behandeling, heeft deze spijt voor het overgrote deel vanwege sociale uitsluiting. Het gebeurt nog altijd dat een transgender persoon wordt verstoten door hun gezin, familie, vrienden en/of collega’s. Een klein deel van deze mensen hoopt, vaak ten einde raad, dat het terugdraaien van de ingrepen weer tot toenadering zal leiden. (Dat is doorgaans niet het geval, omdat de sociale banden vaak blijvend zijn beschadigd. Het grootste deel van deze mensen pakt hun medische behandeling later alsnog weer op.)

Andere trans personen worden ten onrechte door behandelaars als ‘spijthebber’ gelabeld. Deze mensen groeien na hun transitie door en krijgen een veel holistischer kijk op hun gender. Sommigen besluiten dan om bepaalde medische ingrepen terug te laten draaien. Dat heeft niets met ‘spijt’ te maken! Maar alles met een bredere kijk op de eigen genderidentiteit – iets wat behandelaars niet lijken te kunnen begrijpen.

Ook zijn er trans mensen die om medische redenen besluiten om borstprothesen of balimplantaten te laten verwijderen. Of die hun hormoonbehandeling om medische redenen moeten staken. Dit heeft natuurlijk niets te maken met ‘spijt’, hoewel behandelaars dat niet altijd op deze manier zullen begrijpen.

Vijf jaar wachttijd

De anti-rechtenbeweging wil ons laten geloven dat mensen met ‘transitiespijt’ impulsief zouden hebben gekozen voor een medische behandeling. Dat is in Nederland volstrekt onmogelijk! De wachttijden voor genderzorg zijn met stip de allerlangste van Nederland: bij het grootste genderteam in Amsterdam is de wachttijd voor een intake minstens 4 jaar en 2 maanden. In Nijmegen is de wachttijd voor een intake ongeveer 2 jaar en 11 maanden. Diverse kleinere genderteams hebben zelfs een patiëntenstop.
Na de intake kom je op de wachtlijst voor gesprekken met een keuringspsycholoog, de zogenaamde poortwachter. In Amsterdam is deze wachttijd minstens 1,5 jaar. (Nijmegen specificeert deze extra wachttijd niet.) Het is een gotspe om te spreken over ‘impulsiviteit’, in de wetenschap dat mensen gedwongen worden om minstens 5 jaar te wachten op medisch noodzakelijke zorg!

Opgelegde betekenis

Ander gevolg van deze toeëigening is dat trans mensen niet meer in hun eigen woorden hun gevoelens kunnen uiten. Ze zijn nu afhankelijk van een opgelegde betekenis, vanwege de toeëigening van dit woord – en daarmee de verschuiving in betekenis – door de anti-rechtenbeweging. De kaping van dit woord draagt bij aan de sociale uitsluiting van degenen met spijt. Daarmee wordt het woord zelf een oorzaak van transitiespijt!

Overigens verwees het begrip ‘transitiespijt’ oorspronkelijk niet alleen naar een medische behandeling, maar ook naar een sociale transitie en een juridische wijziging. Dáár kunnen mensen ook nog op terugkomen, om welke reden dan ook. Alleen zijn die transities veel makkelijker terug te draaien, dus daar wordt veel minder over gesproken buiten de transgemeenschap. Door de opgelegde verschuiving in betekenis bestaat voor deze situaties nu geen woord meer.

Medische gevolgen

Tot slot heeft dit alles ook een venijnig medisch staartje: de maatschappelijke en politieke aandacht voor ‘transitiespijt’ maakt behandelaars bang. Die staan natuurlijk voor een zorgvuldige behandeling van trans en non-binare zorgvragers. Maar door dit soort verkeerde aandacht hebben ze veelal de neiging om nóg voorzichtiger te worden. Dit betekent in de praktijk het inbouwen van extra controlemomenten en extra tussenstappen – kortom, nóg langere wachttijden.

Hierdoor is de trans gemeenschap weer terug bij af: we kunnen niet langer onze eigen verhalen vertellen bij behandelaars. Die luxe kunnen we ons niet meer veroorloven. We zitten opnieuw in de situatie dat we de verhalen vertellen, waarvan we denken dat behandelaars deze willen horen. Om maar zo snel mogelijk door het traject van de medische behandeling te laveren. Een situatie die juist het risico op ‘transitiespijt’ in de hand werkt, omdat het zwart-wit denken over een medische behandeling in de hand werkt. Een buitengewoon onwenselijke situatie.

Van Dale

Kortom, de nominatie van het woord ’transitiespijt’ door Van Dale draagt bij aan verdere stigmatisering van trans mensen. Omdat het woord vanwege de anti-rechtenbeweging een politieke lading heeft gekregen, werd de nominatie een politieke daad. Van Dale heeft zich (onbedoeld) laten lenen voor een politiek statement.

Interessant detail: in de definitie haalt Van Dale het sterk verouderde begrip ‘transseksuelen’ van stal. Ook hebben ze het over ‘het transitieproces’, alsof er maar één soort transitie zou zijn. Een zeer inaccurate en ongelukkige beschrijving, die verdere misverstanden in de hand werkt.

Comments

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *